AMKM: 311 - Het houden van bedreigde lokale rassen (MB11)

De onderstaande beschrijving van steunmaatregelen en tegemoetkomingen wordt louter ter informatie gepubliceerd en heeft geen rechtsgevolgen.

Alleen de wetteksten die in het Belgisch Staatsblad worden gepubliceerd, worden als de officiële en definitieve versie beschouwd.

AMKM: 311 - Het houden van bedreigde lokale rassen (MB11)

De AMKM 'Houden van bedreigde lokale rassen' (MB 11) is een basismaatregel die vooral tot doel heeft bij te dragen tot het behoud van het rijke genetische en culturele erfgoed van de bedreigde lokale paardenrassen, runderen, schapen en varkens door enerzijds een voldoende grote populatie te garanderen voor een effectieve aanwezigheid op het Waalse grondgebied en anderzijds de instandhouding van een voldoende grote genetische basis om elk probleem van inteelt en degeneratie te voorkomen.

De maatregel ondersteunt ook de ontwikkeling van projecten voor het beheer van open ruimten met een hoge natuurwaarde waarvoor bepaalde rassen, met name schapen, bijzonder geschikt zijn. Agromilieusteun blijft essentieel voor de economische levensvatbaarheid van deze projecten, die het behoud van het agrarisch erfgoed kunnen combineren met het behoud van de biodiversiteit.

Meer recent is de geleidelijke verdwijning van het Piétrain varken in Wallonië een grote zorg. De opname van dit ras, waarvan Wallonië de bakermat is, in de AMKM zou moeten helpen om de huidige erosie van dit erfgoed een halt toe te roepen en de dynamiek in Wallonië te herstellen.

Agromilieubetalingen compenseren inkomensverlies als gevolg van een lagere bevleesdheid van de dieren en extra kosten als gevolg van een tragere groei van de dieren, registratierechten voor het stamboek en, in sommige gevallen, verplichte genetische tests van bepaalde individuen.

Voor wie?

De begunstigde moet voldoen aan de volgende criteria:

- Landbouwer zijn in de zin van artikel 3, §1, van de Verordening (EU) nr. 2021/2115 van 2 december 2021.

- Een steunaanvraag indienen voor de AMKM 'Het houden van bedreigde lokale rassen', alsook een betalingsaanvraag via het unieke aanvraagformulier.

- Dieren houden van de volgende bedreigde lokale rassen:

o Runderrassen: gemengd blauw (voorheen gemengd witblauw), en Roodbont Oosten.

o Schapenrassen: Belgisch melkschaap, Entre-Sambre-et-Meuseschaap, houtlandschaap, Ardense voskop en Mergellandschaap.

o Paardenrassen: Ardens trekpaard en Belgisch trekpaard.

o Varkensrassen: Piétrain varken.

- De vereniging die het stamboek beheert machtigen de gegevens betreffende de dieren waarvoor steun wordt aangevraagd aan de administratie door te geven

Elke verbintenis geldt voor een periode van 5 jaar waarin ten minste de oorspronkelijk vastgelegde hoeveelheid moet worden gehandhaafd (de dieren kunnen 'vervangen' worden tijdens de verbintenisperiode).

Waar?

De maatregel is toegankelijk voor alle dieren van in het Waalse Gewest gevestigde veebeslagen.

Wanneer?

Vanaf 1 januari 2023

Na te leven voorwaarden

De landbouwer verbindt zich ertoe elk jaar van de verbintenis een aantal subsidiabele dieren te houden dat ten minste gelijk is aan het in de steunaanvraag vermelde aantal. Dit aantal geeft recht op de bijbehorende steun. Extra dieren geven geen recht op steun in het kader van de betrokken verbintenis, tenzij de landbouwer zijn verbintenis heeft uitgebreid.

De betrokken dieren nemen deel aan een selectieprogramma voor een van de met uitsterven bedreigde lokale rassen, een programma dat hetzij in het Waalse Gewest, hetzij in een ander gewest van België of een andere lidstaat van de Europese Unie met een in het Waalse Gewest goedgekeurde uitbreiding van het geografische gebied is goedgekeurd, overeenkomstig het decreet van de Waalse regering van 27 september 2018 betreffende het fokken van dieren en tot wijziging van diverse bepalingen met betrekking tot het fokken van dieren en Verordening (EU) nr. 2016/1012 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende het fokken van dieren.

De dieren worden ingeschreven in een klasse van de hoofdsectie of, in voorkomend geval, de nevensectie van een stamboek dat wordt bijgehouden in het kader van een selectieprogramma voor een bedreigd ras. Voor rassen die niet op het punt staan uit te sterven, d.w.z. het Belgische trekpaard, de Ardense voskop en het gemengde blauw, worden de dieren uitsluitend geregistreerd in één klasse van de hoofdsectie van het stamboek. Voor koeien van het gemengd blauwe ras geldt deze eis wanneer de veehouder al zeven jaar of langer deelneemt aan een selectieprogramma, met uitzondering van dieren die zijn geregistreerd in een klasse van de nevensectie van het stamboek en die in 2023 in de veestapel van de veehouder aanwezig waren. De dieren van het Piétrain varkensras worden eveneens uitsluitend geregistreerd in één klasse van de hoofdsectie van het stamboek

De betreffende dieren moeten ten minste 2 jaar oud zijn voor paarden en runderen en ten minste 6 maanden oud voor schapen en ten minste 1 .jaar voor varkens

De dieren worden geregistreerd in het Sanitrace-systeem voor de identificatie en registratie van dieren als het om runderen gaat. Voor de schapen- en paardenrassen en voor de varkens moet de veehouder de lijst van dieren waarvoor steun wordt aangevraagd, opstellen in de door de administratie ter beschikking gestelde interface (https://agriculture.wallonie.be/paconweb) tegen 31 januari van elk jaar, met inbegrip van het jaar waarin de steunaanvraag wordt ingediend, teneinde de dieren te registreren die in het betrokken jaar voor het eerst voor steun in aanmerking komen, alsmede de uittredingen van dieren die zich voor het aan het betrokken jaar voorafgaande jaar hebben voorgedaan.

De landbouwer verbindt zich ertoe om bij elke controle de originele certificaten te verstrekken van de dieren die toegang hebben tot de steun.

Overgangsperiode (2023-2024) voor lopende verbintenissen

De verbintenissen AMKM MB11 - Bedreigde lokale rassen die vóór 2023 in het kader van het 'Programme wallon de Développement Rural', Waals programma voor plattelandsontwikkeling, zijn gesloten en niet op 31/12/2022 zijn verstreken, kunnen niet worden onderbroken en worden gehandhaafd tot hun oorspronkelijk geplande einde. De bepalingen van het bestek en de steunbedragen zijn echter afgestemd op die van interventie '311 - Het houden van bedreigde lokale rassen (MB11)' zoals beschreven in deze fiche, met uitzondering van de verplichting om koeien van het gemengd blauwe ras in te schrijven in de hoofdsectie van het stamboek.

Welke steunmaatregelen?

Dit is een steunbedrag per dier dat, afhankelijk van de soort, als volgt wordt vastgesteld:

- Runderen: € 200 per dier

- Paardachtigen: € 200 per dier

- Schapen: € 40 per dier

- Varkens: € 100 per dier

Daarnaast wordt jaarlijks een extra steunbedrag van 50 euro per zeug toegekend als gedurende het jaar ten minste één nest wordt geregistreerd in een klasse van de hoofdsectie van een stamboek van het ras.

Selectiecriteria

Geen selectiecriteria voor deze maatregel.

Hoe moet ik een aanvraag indienen?

De landbouwer moet een steunaanvraag indienen via het unieke aanvraagformulier.

Voor alle technische vragen of vragen over uw dossier kunt u contact opnemen met uw Buitendirectie: https://agriculture.wallonie.be/contacter-les-directions-exterieures

Voor advies over de uitvoering van de maatregel kunt u contact opnemen met:

ASBL NATAGRIWAL

Bâtiment Marc de Hemptinne

Chemin du Cyclotron, 2-Boite L07.01.14

1348 Louvain-la-Neuve

Tel. 010/47.37.71.

www.natagriwal.be

info@natagriwal.be