GLMC 7 - Gewasrotatie op bouwland, met uitzondering van gewassen die onder water worden geteeld
De onderstaande beschrijving van steunmaatregelen en tegemoetkomingen wordt louter ter informatie gepubliceerd en heeft geen rechtsgevolgen. Alleen de wetteksten die in het Belgisch Staatsblad worden gepubliceerd, worden als de officiële en definitieve versie beschouwd.
GLMC 7 - Gewasrotatie op bouwland, met uitzondering van gewassen die onder water worden geteeld
Rotatie zorgt voor behoud van het bodempotentieel.
Op wie is dit van toepassing?
De volgende bedrijven zijn vrijgesteld van GLMC:
1° meer dan 75% van het bouwland van het bedrijf wordt gebruikt voor de productie van gras of andere grasachtige voedergewassen, braak ligt, wordt gebruikt voor de teelt van peuldragers of voor een combinatie van deze toepassingen;
2° meer dan 75% van het in aanmerking komende landbouwareaal van het bedrijf bestaat uit blijvend grasland, wordt gebruikt voor de productie van gras of andere grasachtige voedergewassen of voor een combinatie van deze toepassingen;
3° de totale oppervlakte bouwland van het bedrijf is niet groter dan 10 hectare;
4° de percelen zijn gecertificeerd voor biologische landbouw.
Vanaf wanneer is deze norm van toepassing?
In de periode 2022-2025 mag hetzelfde gewas op hetzelfde perceel worden geplant. De regel voor een minimale rotatie van 35% in punt 2 hierboven wordt van kracht in 2024.
Welke regels moeten worden nageleefd?
1) Een verandering van gewas gebeurt in de volgende gevallen:
1. Een gewas volgt op een gewas dat tot een ander botanisch geslacht behoort.
2. Een gewas volgt op of gaat vooraf aan een braakliggend terrein;
3. Een gewas volgt op of gaat vooraf aan land dat bestemd is voor de productie van gras of andere grasachtige voedergewassen.
Spelt (Triticum spelta) en eenkoorn (Triticum monococcum) worden beschouwd als afzonderlijke gewassen van tarwe (Triticum aestivum).
2) De landbouwer moet jaarlijks op minimaal 35% van de totale oppervlakte van landbouwgrond van het bedrijf van hoofdteelt veranderen. Tussengewassen en secundaire gewassen (als het om een andere gewasgroep gaat) worden beschouwd als een verandering van hoofdgewas als ze ten minste 3 maanden worden behouden
3) Na drie jaar moeten alle bouwlandpercelen worden geroteerd. Er moet dus altijd van hoofdgewas worden gewisseld na 3 jaar. Als de landbouwer meer dan drie opeenvolgende jaren maïs wil verbouwen op hetzelfde perceel, moet hij elk jaar een tussengewas of een secundair gewas (als het om een andere gewasgroep gaat) planten en dat ten minste 3 maanden behouden.
4) De rotatievoorschriften gelden niet voor bouwland dat braak ligt of bedekt is met meerjarige gewassen, gras of andere grasachtige voedergewassen.
Voorbeeld zonder derogatie vanaf 2024
|
35% van het bedrijf |
65% van het bedrijf |
|||
Bedrijf met 100 ha |
Perceel 1 – 10 ha |
Perceel 2 – 25 ha |
Perceel 3 – 15 ha |
Perceel 4 – 25 ha |
Perceel 5 – 25 ha |
Jaar n |
Aardappel |
Suikerbiet |
Maïs |
Maïs |
Aardappel |
|
|
|
Tussengewas of secundair gewas |
|
|
Jaar n +1 |
Tarwe |
Tarwe |
Maïs |
Maïs |
Tarwe |
|
|
Tussengewas of secundair gewas |
Tussengewas of secundair gewas |
|
|
Jaar n +2 |
Gerst |
Tarwe |
Maïs |
Maïs |
Tarwe |
|
|
Tussengewas of secundair gewas |
Tussengewas of secundair gewas |
|
|
Jaar n + 3 |
Maïs |
Tarwe |
Maïs |
Tarwe |
Tarwe |
|
Tussengewas of secundair gewas |
|
Tussengewas of secundair gewas |
|
|
Jaar n + 4 |
Maïs |
Aardappel |
Maïs |
Tarwe |
Gerst |
Voorbeeld met derogatie in 2023
Voor de 35%: voor percelen 1 en 2 geldt de derogatie om in 2023 hetzelfde gewas te planten als in 2022, maar in 2024 moet men van gewas veranderen. Voor de 65%: de derogatie geldt alleen voor perceel 5 omdat de opeenvolgende maïsteelten tussengewassen vereisen.
|
35% van het bedrijf |
65% van het bedrijf |
|||
Bedrijf met 100 ha |
Perceel 1 – 10 ha |
Perceel 2 – 25 ha |
Perceel 3 – 15 ha |
Perceel 4 – 25 ha |
Perceel 5 – 25 ha |
2022 |
Maïs |
Koolzaad |
Maïs |
Maïs |
Tarwe |
|
|
|
Tussengewas of secundair gewas |
|
|
2023 |
Maïs |
Koolzaad |
Maïs |
Maïs |
Tarwe |
|
|
|
Tussengewas of secundair gewas |
|
|
2024 |
Gerst |
Tarwe |
Maïs |
Maïs |
Tarwe |
|
|
Tussengewas of secundair gewas |
Tussengewas of secundair gewas |
|
|
2025 |
Maïs |
Tarwe |
Maïs |
Tarwe |
Tarwe |
|
Tussengewas of secundair gewas |
Tussengewas of secundair gewas |
Tussengewas of secundair gewas |
|
|
2026 |
Maïs |
Tarwe |
Maïs |
Tarwe |
Gerst |
Verandering ten opzichte van het GLB 2015-2022:
Deze norm is nieuw en heeft geen equivalent in het GLB 2015-2022.
Wat riskeert u als u er niet aan voldoet?
Indien bij een controle ter plaatse of bij een administratieve controle wordt geconstateerd dat een van de normen en eisen van de conditionaliteit op uw bedrijf niet is nageleefd, wordt een verlaging (in de vorm van een percentage) toegepast op uw steun voor het jaar (of de jaren) waarin de niet-naleving heeft plaatsgevonden. De grootte van het verlagingspercentage wordt berekend op basis van de ernst, de omvang en het voortduren van de niet-naleving, en van de vraag of deze opzettelijk of herhaaldelijk werd begaan. De vermindering kan dus gaan van 0% (waarschuwing, voor kleine inbreuken) tot 100% (ernstige, herhaalde en/of opzettelijke inbreuken) van de steun voor het betrokken jaar.
Voor alle inlichtingen
Voor algemene vragen kunt u dit contactformulier
Voor alle technische vragen of vragen over uw dossier kunt u contact opnemen met uw Buitendirectie: https://agriculture.wallonie.be/contacter-les-directions-exterieures.