GLMC 1 - Instandhouding van blijvend grasland op basis van een verhouding blijvend grasland ten opzichte van het landbouwareaal
De onderstaande beschrijving van steunmaatregelen en tegemoetkomingen wordt louter ter informatie gepubliceerd en heeft geen rechtsgevolgen.
Alleen de wetteksten die in het Belgisch Staatsblad worden gepubliceerd, worden als de officiële en definitieve versie beschouwd.
GLMC 1 - Instandhouding van blijvend grasland op basis van een verhouding blijvend grasland ten opzichte van het landbouwareaal
Deze norm is gericht op het behoud van de koolstofvoorraad in de bodem door deze niet te ploegen en zo te voorkomen dat koolstof vrijkomt in de lucht
Op wie is dit van toepassing?
Alle begunstigden met blijvend grasland.
Vanaf wanneer is deze norm van toepassing?
Deze norm is van toepassing vanaf 1 januari 2023.
Welke regels moeten worden nageleefd?
Elk jaar berekent de administratie de verhouding tussen de gebieden aangegeven als blijvend grasland en alle aangegeven landbouwgebieden in het Waals Gewest. Na te zijn berekend wordt het jaarlijks aandeel vergeleken met het referentieaandeel (2018). De administratie deelt de ontwikkeling mee van de jaarlijkse verhouding ten opzichte van de referentieverhouding, en de regels die gelden wanneer de verhouding onder bepaalde drempels daalt:
- Wanneer de jaarlijkse verhouding blijvend grasland met meer dan 2,5% afneemt ten opzichte van de referentieverhouding, moet elke landbouwer die blijvend grasland wil omzetten in bouwland of in blijvende teelten, eerst een administratieve vergunning aanvragen. Vergunningen voor omzetting in grasland worden gebaseerd op milieu- en agronomische voorwaarden (Natura 2000, percelen met een extreem erosierisico, gevoelige graslanden, natte bodems, enz.).
- Wanneer de jaarlijkse verhouding blijvend grasland met meer dan 5% afneemt ten opzichte van de referentieverhouding, kunnen landbouwers blijvend grasland niet meer voor andere doeleinden gebruiken. Om de afname van de verhouding onder de 5% te brengen, moet bovendien blijvend grasland opnieuw worden aangeplant. Landbouwers die zonder vergunning blijvend grasland hebben omgeploegd, zullen als eerste opnieuw blijvend grasland moeten aanplanten. Als dit niet volstaat, wordt een berekening gemaakt op gewestelijk niveau en per landbouwer die blijvend grasland heeft omgeploegd, zodat iedereen proportioneel deelneemt aan de terugkeer naar grasland.
Verandering ten opzichte van het GLB 2015-2022:
Het toezicht op de verhouding tussen blijvend grasland en het landbouwareaal maakt deel uit van de vroegere vergroeningsnormen, die zijn geïntegreerd in de aangescherpte conditionaliteit. In de verhouding wordt nu rekening gehouden met biologische landbouwgebieden.
Wat riskeert u als u er niet aan voldoet?
Indien bij een controle ter plaatse of bij een administratieve controle wordt geconstateerd dat een van de normen en eisen van de conditionaliteit op uw bedrijf niet is nageleefd, wordt een verlaging (in de vorm van een percentage) toegepast op uw steun voor het jaar (of de jaren) waarin de niet-naleving heeft plaatsgevonden. De grootte van het verlagingspercentage wordt berekend op basis van de ernst, de omvang en het voortduren van de niet-naleving, en van de vraag of deze opzettelijk of herhaaldelijk werd begaan. De vermindering kan dus gaan van 0% (waarschuwing, voor kleine inbreuken) tot 100% (ernstige, herhaalde en/of opzettelijke inbreuken) van de steun voor het betrokken jaar.
Voor alle inlichtingen
Voor algemene vragen kunt u dit contactformulier
Voor alle technische vragen of vragen over uw dossier kunt u contact opnemen met uw Buitendirectie: https://agriculture.wallonie.be/contacter-les-directions-exterieures.